Terug

Scan voor CodexCoëfficiënt

Aan d'oever van een snelle vliet

Tekst: Vertaling van 'An einem Fluss, der rauschend schoss',
1781, Kaspar Friedrich Lossius (1753-1817).
Muziek: Gebaseerd op de aria 'Nel cor più non mi sento'
uit La Molinara (G. Paisiello).
Pagina in liedboeken:  
  1. Aan d' oever van een snelle vliet,
    een treurig meisje zat.
    Zij weende, zij schreide van verdriet,
    op 't gras van tranen nat.
  2. Zij werpt de bloemkens die zij zag
    gestadig in den stroom.
    Zij riep: "Ach, lieve vader, ach!
    Ach, lieven broeder, kom!"
  3. Een rijk man wandelend langs de vliet
    bespeurt haar bittere smart,
    daar hij het meisken treurig ziet
    breekt zijn meedogend hart.
  4. Hij sprak tot haar: "Ach, lieve meid,
    kom, spreek en wees niet schuw.
    Zeg mij waarom gij weent of schreit,
    zo ik kan, help ik u."
  5. Zij zucht en kijkt hem troost'loos aan,
    en sprak: "Ach, lieve man,
    een arme wees gij hier ziet staan,
    die God slechts helpen kan."
  6. "Ziet gij dat groene bergje niet?
    Daar is mijn moeders graf.
    Ziet gij de oever van dez' vliet?
    Daar viel mijn vader af."
  7. "De felle stroom verwon hem dra,
    hij worsteld', maar hij zonk.
    Mijn broeder sprong hem achterna,
    helaas, ook hij verdronk."
  8. "Nu vlucht ik ras het weeshuis uit,
    zo dat het waarheid is."
    En zo sprak zij haar klachten uit
    met 't hart vol droefenis.
  9. "En wilt niet klagen, liefste kind,
    uw hart verdient geen pijn.
    Ik wil uw broeder en uw vriend
    en ook uw vader zijn."
  10. Hij nam haar minzaam bij de hand
    en sprak: "Mijn lieve bruid."
    en deed daar aan de waterkant
    haar wezenkleren uit.
  11. Zij eet en drinkt van spijs en drank,
    al waar haar hart naar smacht.
    Haar rijke man verdient wel dank,
    dat hij zo edel dacht.

Auteursrechtinformatie over dit lied

Tekst verkregen via Leuvens Liedboek vzw
YouTube