Scan voor CodexCoëfficiënt
Sa, laat ons vrolijk wezen
- Sa laat ons vrolijk wezen,
op Sint-Antonius' feest, feest, feest,
op Sint-Antonius' feest.
Sint-Antonius en den duivel waren gemeen
en ze dansten om het zeest, zeest, zeest,
en ze dansten om het zeest.
- Een van Lucifers posturen,
die wilde vrolijk zijn.
Hij zette een ijz'ren braadpan op zijn hoofd
en een vaatje met brandewijn.
- "À vous!", zeid' hij, "Sint-Antoneke,
't is een glazeken tegen de vaak."
Sint-Antonius riep: "Ik mag geen brandewijn.",
en hij goot het tegen zijn kaak.
- Dat was om hem te kwellen
bij het nemen van den drank.
Sint-Antonius greep den duivel bij zijn steert
en hij schreeuwde wel zes uren lang.
- Dan kwam er nog een tweede,
die droeg een blauw kleed nat,
maar hij ging hem aan en 't vaandel schoot in twee
en de duivel viel op zijn gat.
- Daar kwam er nog een derde,
die greep hem bij zijn kap.
Sint-Antonius riep: "Jezus, Maria, Jozef!",
en de duivel gaf hem een lap.
- Daar kwam er nog een vierde,
die deed alleen muziek.
En het eerste was Hebreeuws en het tweede was Latijn
en het derde dat was Grieks.
- Daar kwam dan nog een haantje,
het welke kraaide fel.
Sint-Antonius riep: "'k Versta dit haantje niet!"
en hij sloot zich in zijn cel.
Auteursrechtinformatie over dit lied
