Scan voor CodexCoëfficiënt
Het pijpken en het glasken bier
Tekst: Rond 1900, J. V. Vl.
Muziek: 'Funiculì Funiculà', Luigi Denza (1846-1922)
Muziek: 'Funiculì Funiculà', Luigi Denza (1846-1922)
- Het brandende pijpken zendt zijn geurige rookwolk
al dwarrelende op, al dwarrelende op.
Het Vlaamse bierglas draagt zijn kralend schuimvocht
als kroon ten top, als kroon ten top.
Wij groeten 't pijpken dan en groeten 't bierglas
in volle vreugd, in volle vreugd.
Zij zijn de schat die nu steeds betracht wierd
door onze jeugd, door onze jeugd.
Leve, leve 't schuimend Vlaamse bier.
Leve, leve 't rokend tabaksvier.
Funiculi, funicula, funiculi, funicula.
't Schuimend Vlaamse bier, funiculi, funicula! - Na lastig werk, bij middag en bij avond
doet 't pijpken goed, doet 't pijpken goed.
Dan smaakt bij 't roken van het smeulend haardvuur
een glasken zoet, een glasken zoet.
Dan klinkt in 't rond op losser, blijder toonmaat
ons blijde lied, ons blijde lied.
Dan zingen wij: "Ons pijpken en ons bierglas
verdwijnen niet, verdwijnen niet."
- Het pijpken en het glasken wierd met eerbied
begroet weleer, begroet weleer.
Ons vad'ren hielden 't als een kostbaar voorrecht
in roem en eer, in roem en eer.
En rond de heerdsteê vindt de arme grijsaard
zijn glasken nog, zijn glasken nog.
En smaakt daarbij, schoon hij in niets meer smaak vindt
zijn pijpken toch, zijn pijpken toch!
Auteursrechtinformatie over dit lied
