Terug

Scan voor CodexCoëfficiënt

Het klooster van Sint-Arjaan

Tekst: Frans De Cort (1834-1878)
Pagina in liedboeken:  
  1. Lize kloeg: "Zo gans alleen
    kan ik toch niet blijven leven.
    Naar een klooster wil ik heen!"
    "Wel dan weet ik raad te geven."
    "Naar het klooster moet ge gaan, kind!
    Naar het klooster van Sint-Arjaan, kind!
    Waar er twee paar schoenen aan
    het beddeke staan, kind!"
  2. Ei! Nu zat zij in de klem.
    Blozend sloeg ze de ogen neder
    bij de klank van Willems stem:
    "Lieve Lize, 'k zeg het weder."
  3. "Zeg, wat is dat voor een sticht?",
    waagde ze eindelijk te vragen,
    "Is de boet er zwaar of licht?"
    "Ei, ze zou u vast behagen."
  4. "Zeg, hoe ware mijn habijt
    in die godgewijde veste:
    hel of donker, eng of wijd?"
    “Ei, het simpelst is er 't beste."
  5. "Zeg, en dede ik naar uw woord,
    wie geleidt me, wie gelast er
    zich te ontsluiten mij de poort?"
    “Ei, de schepene en de pastor!"
  6. "Zo! En gij dan?", vroeg ze nog.
    "Ei, ik zal wel mede moeten:
    twee paar schoenen passen toch
    allerbest aan twee paar voeten!"
    "Kom, we zullen samen gaan, kind!
    Naar het klooster van Sint-Arjaan, kind!
    Waar er twee paar schoenen aan
    het beddeken staan, kind."

Auteursrechtinformatie over dit lied

Tekst verkregen via Leuvens Liedboek vzw
YouTube