Scan voor CodexCoëfficiënt
Het Belgisch bier
- Van al de vreemde streken, 't zij van oost of west,
hoort maar de mensen spreken, 't is hier wel het best.
Komt er een Djek of Rus, een Pool of Batavier,
zij snakken, 'lijk de vissen, naar ons Belgisch bier.
Omdat 't zo lekker is, omdat 't zo lekker is.
Omdat het, ja, zo lekker is. En zo fris! - Teniers heeft ons geschreven tussen pot en pint,
dat hij toch niet kan leven die geen bier bemint.
Want zonder malsen teug en is er geen plezier.
En in den hemel zeker drinken z' altijd bier.
- De Faro doet ons zingen, d' Uitzet maakt ons dik,
wat aangename dingen! En dan de Lambiek!
Die daar nen beet in doet zo van een pint of vier,
zal van miljoenen dromen, door de kracht van 't bier.
- Maar hoort die stoppen springen, zie wat schuim zo wit!
Dat zijn zo van die dingen waar nog kracht in zit.
't Is de vermaarde Seef, de vreugd van ons kwartier.
En heel de stad van Lier die drinkt en prijst dat bier.
- Een smaaklijk pintje Garsten in een goede buis,
Ge zult er niet van barsten, maar het maakt u struis.
Daarbij ge bloost ervan gelijk een rode flier.
Het Garsten is de koning van het Belgisch bier.
Auteursrechtinformatie over dit lied
