Scan voor CodexCoëfficiënt
Testament van een drinkebroer
- Mijn broeders, als ik stop met drinken,
Proost, N.N.!
verlamd door podagra en jicht,
Proost, N.N.!
en in mijn sterfbed lig te stinken
denk ik: "Het einde is in zicht."
Proost, N.N.!
Van je tschingela, tschingela, tschingela,
tralalala, tralalala, tralalala.
Van je tschingela, tschingela, tschingela,
tralalala, tralalalala. - Sterf ik vandaag of eerder morgen,
lees dan mijn laatste wilsverhaal.
De uitvaart moet men wel verzorgen,
maar zonder enig' pracht of praal.
- De kelder zal mijn graf herbergen,
daar dronk ik vaak een pint te veel.
Al zal de dorst mij niet meer tergen,
doch plaats de tap dicht bij mijn keel.
- Zij die mij naar het graf geleiden
en mij dan volgen twee naast één,
laat ons de droef'nis dan bestrijden
en sla de glazen tegeneen.
- Dan staat er op mijn graf te lezen:
"Hij die al jong met glazen klonk,
zal voor de eeuwigheid nu wezen
waar hij zovele pinten dronk!"
Van je tschingela, tschingela, tschingela,
tralalala, tralalala, tralalala.
Van je tschingela, tschingela, tschingela,
tralalala, tralalalala. - Klop ik dan op de hemeldeuren,
daar wachtend tot Sint-Juttemis,
dan hoor ik klagend Petrus zeuren:
"Lap, weer één die verzopen is!"
- Mocht ik het paradijs betreden,
zet ik me op de vensterbank.
Ik kijk weemoedig naar beneden
en mis de koele gerstedrank.
Auteursrechtinformatie over dit lied
