Scan voor CodexCoëfficiënt
Dokter Grijzenbaard
- Ik ben den dokter Grijzenbaard.
Wieze wieze wies bom bom.
'k Genees de zieken aller aard.
Wieze wieze wies bom bom.
'k Kan maken dat de dove gaat
en dat de lamme mij verstaat.
Lierom larom lepelsteel.
Wieze, wieze wies bom bom.
Gloria! Victoria!
Wieze wieze wies bom bom fallera.
Gloria! Victoria!
Wieze wieze wies bom bom. - De luitenant van Doedeldom,
gaf ik een heel pond opium.
Hij is daarvan in slaap geraakt,
en tot nu toe nog niet ontwaakt.
- Te Brussel had ik een kalant,
die klaagde van een hollen tand.
Ik schoot hem uit met mijn geweer,
nu klaagt hij van geen tandpijn meer.
- Ik geef zelfs brillen voor 't gehoor,
echt glas, ik sta daar borge voor.
Dat mijne kunst effecten doet,
dat zweer ik bij mijn doktershoed.
- Er had een man in Langerfals,
een kropgezwel aan zijnen hals.
Ik trok het met een hooitouw dicht,
probatum wierd zijn pijn verlicht.
- De kuisvrouw van het Gravensteen,
had jaren een ontstoken teen.
Ik heb haar voet geamputeerd,
nu heeft ze die niet meer bezeerd.
- Een bakkerszoon uit Kwaremont,
die dwaalde 's nachts al slapend rond.
Ik heb zijn benen afgezet,
nu komt hij 's nachts niet meer uit bed.
Auteursrechtinformatie over dit lied
