Scan voor CodexCoëfficiënt
Al boven door het vensterken
- Al boven door het vensterken
Daar lag een meisken fijn.
Stil weg kwam daar een mulder aan:
“Zeg meisken, wil gij mij?”
"O, gij mulder wit bemeeld,
Gij die iedereen besteelt,
Gij zult mijne man niet zijn,
Mijne man niet zijn”.
Bom! Bom! - Al boven door het vensterken
Daar lag een meisken fijn.
Daarna kwam daar een slachter aan:
“Zeg meisken, wil gij mij?”
“O, gij slachter rood van bloed,
Gij die alle moorden doet,
Gij zult... - Al boven door het vensterken
Daar lag een meisken fijn.
En nu kwam daar een smid gegaan:
“Zeg meisken, wil gij mij?”
”O, gij smid met uw zwart vel,
Ga naar huis, wast u eerst wel,
Gij zult... - Al boven door het vensterken
Daar lag een meisken fijn.
En fier kwam daar een studax aan:
“Zeg meisken, wil gij mij?”
Studax lief, met veel plezier,
Gij zult de mijne zijn.
De mijne zult gij zijn.”
Bom! Bom!