Loading...
Terug

Scan voor CodexCoëfficiënt

Brief van een schacht

Tekst: Jan Elinckx
Muziek: Emiel Hullebroeck
Pagina in liedboeken:  
  1. Lief Leentje, ‘k kan niet langer zwijgen,
    Gij hebt mijn hart te diep gewond;
    Met d’eenvoud, aan de schachten eigen,
    Doe ik ‘t U kond!
    Ge kunt het zien aan heel mijn wezen,
    ‘t Glanst uit mijn ogen, stil en zacht:
    Oprecht komt liefde uit ‘t hart gerezen
    Bij ‘n simplen schacht.
  2. Ik ben geen van die roldersbazen,
    -- ‘k Ben nog maar eenmaal zat geweest! --
    ‘k Laat andren van de meiskes razen:
    ‘k Ben zo bedeesd,
    Ik dierf nog nooit een les verzuimen,
    Ik heb nog nooit een meid gekust;
    Ik kruip te negen in mijn pluimen
    En slaap gerust.
  3. Maar Gij, kind, hebt me beetgenomen,
    Gij hebt mijn hart op hol gebracht:
    Gij zijt, gelijk een fee, gekomen
    Naar d’armen schacht.
    Gij hadt zo speels niet mogen lonken,
    Gij hadt zo lief niet mogen zijn;
    ‘k Ben, ach, verzot en minnedronken,
    Het doet me pijn!
  4. Ik heb zoveel U nog te zeggen
    Kom ‘t avond aan de donkre vest,
    Ik zal mijn hartjen openleggen
    En zeg de rest ...
    Ik zal U ‘lijk een engel loven,
    Ik zal U minnen dag en nacht;
    Gij moogt me, Leentje lief, geloven:
    ‘k Ben maar een schacht!