Loading...
Terug

Scan voor CodexCoëfficiënt

Schachtenliefde

Tekst: Jan Lindemans
Muziek: Emiel Hullebroeck
Pagina in liedboeken:  
  1. ‘t Was toen het jaar te meie ging,
    In lentezonnegloed
    Een vlugge schacht te vrijen ging
    Al met een meideke zoet.
    Hij zong haar ‘t stille liefdelied,
    Het harte gans bewogen;
    Zij hoorde ‘t maar geloofde ‘t niet:
    Toch loeg ze uit bei haar ogen,
    Dat meideke zoet
  2. En als het jaar te juni kwam,
    Dan was ‘t een droeve tijd:
    De schacht die blokt zich stijf en tram
    En raakte ‘t meisje kwijt.
    Hij droomde dag en nacht van haar
    En schreef haar menig briefje;
    Zij lachte erom, doch troostte maar
    Als een goedzielig liefje,
    Dat meideke zoet!
  3. En als het jaar nu juli werd,
    De zon spoog vlam en vuur;
    Toen was ‘t de schacht zo bang aan ‘t hert:
    Professors zien zo zuur!
    Toch kroop hij door de naaldenspleet
    En liep zijn liefje vinden
    Zij miek hem dan ‘n duren eed:
    I k zal u altijd minnen!
    Dat meideke zoet!
  4. Het najaar bracht oktober mee
    En ook den studietijd;
    Hij spoedde zich naar Leuven stee
    En zocht zijn lieve meid.
    Maar laas! Hij vond ze niet alleen,
    Hij kon ‘t schier niet geloven!
    Zij was getrouwd ‘n nen tijd geleen,
    Spijt al haar duur beloven,
    Dat meideke zoet!
  5. En die dit liedeken eerst bedacht
    En ‘t dichtte in rijmekes zoet,
    Hij was weleer een vlugge schacht
    En vrijde een meideke zoet.
    Hij mind’ haar en zij gaf haar woord ...
    Och! meisjeswoorden vliegen!
    Gij vrienden, die dit liedeken hoort,
    Ziet, dat ze u niet bedriegen,
    Die meidekes zoet!