Scan voor CodexCoëfficiënt
Het loze vissertje
Tekst: Nederlands volkslied met bronnen tot de 17de eeuw
Muziek: nieuwe melodie rond 1840,
Prudens van Duyse (1804-1859)
Liederen met deze melodie: Het gramme schilderke
Muziek: nieuwe melodie rond 1840,
Prudens van Duyse (1804-1859)
Liederen met deze melodie: Het gramme schilderke
- Des winters als het regent,
dan zijn de paadjes diep, ja diep.
Dan komt dat loze vissertje,
vissen al in dat riet.
Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok,
met zijne lapzak, met zijne knapzak.
Met zijne lere van dirre domme dere,
met zijne leren laarsjes aan.(bis)
- Dat loze molenarinnetje,
ging in haar deurtje staan, ja staan.
Omdat dat aardig vissertje,
voorbij haar heen zou gaan.
Met zijne ...
- Wat heb ik u misdreven,
wat heb ik u misdaan, ja daan.
En dat ik niet met vrede,
voorbij uw deur mag gaan?
Met mijne ...
- Gij hebt mij niets misdreven,
gij hebt mij niets misdaan, ja daan.
Maar moet mij driemaal zoenen,
eer gij van hier moogt gaan.
Met uwe ...
- Wel zoete molenarinnetje,
dat mag er vrij op staan, ja staan.
Ik zal u zesmaal zoenen,
dat ik voorbij mag gaan.
Met mijne ...
- Gij zijt er een loos vissertje,
een kanneke mag er op staan, ja staan.
Wij zullen een wijntje drinken,
en gij moogt nog niet gaan.
Met uwe ...
Auteursrechtinformatie over dit lied
