Terug

Scan voor CodexCoëfficiënt

Hoog op de gele wagen

Tekst: Margot Vos (1891-1985)
Muziek: 'Der Wagen rollt', Heinz Höhne (1892-1968)
Pagina in liedboeken:  
  1. Hoog op de gele wagen
    rijd ik door berg en dal.
    Lustig de kleppers draven,
    blij klinkt het hoorngeschal.
    Water, wouden en weiden
    stromen zo machtig en vrij.
    Ik kan van uw schoon haast niet scheiden,
    maar 't gaat voorbij, voorbij!
    (bis)
  2. Bassen, violen en fluiten
    zingen door dorpen blond.
    Vrolijke frisse kornuiten
    springen om de linde in 't rond.
    Mee danst het blad in de winden,
    zwierend en zwaaiend, jochei.
    Hoe graag bleef ik daar bij de linde,
    maar 't gaat voorbij, voorbij!
    (bis)
  3. Postiljon in de taveerne
    voedert de rossen in vlucht.
    Lachende waard komt zich weren,
    reikt mij een glas in de lucht.
    Blondkopje achter de rozen
    schuift het gordijntje opzij.
    Mijn hart zou zo graag daar verpozen,
    maar 't gaat voorbij, voorbij!
    (bis)
  4. Eens snelt voorbij mijn wagen,
    duistere schim leidt mijn reis.
    Klinkende horens versagen,
    neven de zweep staat de zeis.
    Vrienden van liefde en leven,
    vangt er mijn laatste groet.
    Hoe graag was ik bij u gebleven,
    Maar 't gaat voorbij, voorgoed!
    (bis)

Auteursrechtinformatie over dit lied

Tekst verkregen via Leuvens Liedboek vzw
YouTube
YouTube
YouTube