Scan voor CodexCoëfficiënt
Het lindenmeisje
Ook wel: Het Lindenmeisje
Tekst: Jef Van den Eynde (1897-1929)
Muziek: 'Die Lindenwirtin', Franz Wilhelm Abt (1819-1885)
Muziek: 'Die Lindenwirtin', Franz Wilhelm Abt (1819-1885)
- 'k Zoog uit 't glas het laatste nat,
mijne beurs is leeg en plat.
Dorstig hart en tonge!
't Is de schuld van uwen wijn
uwer oogjes hellen schijn,
Lindenmeisje, gij jonge!(bis)
- "Nimmer schrijft men hier in 't krijt,
wij zijn 't laatste brokje kwijt.",
lacht het meisje lustig.
"Hebt gij gene duiten meer,
leg uw reiszak hier maar neer
en drink op dan, rustig!"(bis)
- Zijnen reiszak heeft de gast
Gauw voor enen kruik belast!
Nu voor 't scheiden zorgen!
't Meisje fluistert: "Jeugdig bloed,
g' hebt nog mantel, stok en hoed.
Drink en laat ze borgen!"(bis)
- Zijnen mantel, hoed en stok
ruilde hij voor enen slok.
Sprak bedroefd: "Vervlogen!
O, vaarwel, gij koele drank,
Lindenmeisje jong en slank,
vreugde mijner ogen!"(bis)
- 't Meisje fluistert nogmaals: "Blijf,
g' hebt een hart nog in uw lijf.
Laat het mij ten pande!"
Wat gebeurde doe 'k u kond:
op des meisjes roden mond
warm een ander brandde!(bis)
- Wie dit nieuwe liedje dacht,
zong het in den zomernacht,
lustig in den winde!
Voor hem stond het schuimend nat,
nevens hem het meisje zat,
onder de bloeiende linde!(bis)
Auteursrechtinformatie over dit lied
